zondag 11 december 2011

Pierrot Lunaire


KASKA dko
 

afdeling Sound Design
stelt voor

Pierrot Lunaire



zondag 18 december 

16u00

Black Box
KASKA DKO
Blindestraat 35  2000 Antwerpen



Deze  sound-designbewerking geïnspireerd   door de baanbrekende, experimentele atonale muziek
en door Arnold Schönberg's gebruik van Sprechstimme,  is een uitdaging voor creativiteit..


voor en na dit concert worden jullie ook uitgenodigd op
een broodmaaltijd in winterse stijl.

 programma 

16u00 Pierrot Lunaire
17u30 Sono Life
19u00  Premièreprojectie van films
gerealiseerd in het 72-uur weekend door de
ateliers Sounddesign en Film&VideoKunst.



                                                                                                 (Paul Klee)

Pierrot lunaire (1912)
door het gebruik als inspiratiebron van een selectie door Arnold Schönberg
uit de 50 'rondels bergamesques' van de Belgische dichter Albert Giraud,
doet de Dionysische component er zeer zeker evenveel toe.
Ieder gedicht drukt op een heel specifieke manier de gevoelens uit van de doemdenker Giraud,
zijn visie op de ondergang van het Avondland, de Westerse culturele decadentie,
het groeiende nihilisme en materialisme, de vlucht van de kunstenaars in een innerlijke 'lunaire' wereld,
op zoek naar zuiverheid en vrijheid van de ziel, vaak met gebruik van roesmiddelen en de muziek als een drager van ecstase.

Dit is geschreven in een tijd
waarin ook jonge 'poetes maudits' als Rimbaud, Verlaine, Baudelaire ( Les fleurs du Mal) vaak geplaagd werden door TBC,
een tijd waarin de moderne kunst worstelde met gevoelens van degeneratie, van fin de siecle, spleen...

Vandaar vaak een mix hoogdravende religieuse denkbeelden, de dichter als profeet.
 Hun verzen -vaak erg gesloten, hermeticisme, roepen onwerelds beelden op en zijn gemarbeerd met zelfspot en ironie.

Giraud=Pierrot.
Hij zet in zijn 50 rondellen precies uiteen hoe hij over zijn tijd, de maatschappij en de decadentie,
het morele verval en de hypocrisie van de puriteinse bourgeoise met zijn dubbele seksuele moraal -de vrouw als moeder-maagd,
én als hoer in de gesloten bordelen, de syphilis-plaag...
Giraud en de andere poetes maudits trekken ook het westerse kunstwereldje mee in de ondergang:
de tradities zijn tot op de draad versleten...

Geen wonder dus dat Arnold Schönberg  -die in 1912,
enkele maanden voor de kanonnen van Augustus het Westen in de afgrond bulderen,
beslist om de heilige tonaliteit de prullemand in te keilen-
zich geroepen voelde met deze gedichten aan de slag ging.

(© Wilfried Bossier)

woensdag 7 december 2011

Brusselstraat, 93


een compositie voor klarinet & tape


Op vrijdag 16 december om 20.30u kan je in de kerk genieten van de muzikale verbeelding van twee kunstenaars uit Sint-Ulriks-Kapelle:

Bert De Keyser (beeldend kunstenaar) 
&
George De Decker  (componist-beeldend kunstenaar).  

Bert woont er, George is er geboren.


Speciaal voor deze gelegenheid componeerde George De Decker 
"Brusselstraat, 93"



Het concert gaat door in de kerk van Sint Ulriks te Sint Ulriks Kapelle. 
De kerk waar de vader van George, Jean De Decker, 
65 jaar geleden begon als organist



Bert laat zich door deze uitvoering inspireren tot het maken van grote tekeningen. Het canvas zal zich langzaam ontrollen.  
Bert tekent en schildert met water en krijt en ...


Een dialoog tussen verschillende kunstenaars.
Ze laten zich inspireren en leiden door elkaar, 
ze vullen elkaar aan,
geven elkaar ruimte.

Een live-performance. Een uniek concert.
 



                                            (Bert DeKeyzer)


                                            (Raf De Keninck)


Bert De Keyser: live tekeningen
George De Decker: muziek
Raf De Keninck:  klarinetten
Andantinokoor o.l.v. Wilfried Boon: stem en humming
Techniek: Westrandploeg o.l.v. Patje Thimpont

m.m.v. (on tape)

Aline Hopchet: fluit
Els Van Laethem: zang
Ensor strijkkwartet
George De Decker: harmonium/orgel
Loes Dooren: viool
Pieterjan Vranckx: slagwerk
Raf De Keninck: klarinetten

Met dank aan: Brouwerij Giradin
http://www.geuzeinfo.com/index.php/girardin


meer info
www.stoependrempel.be.


Stoep & Drempel is een wijkproject in organisatie van Westrand - Cultuurcentrum Dilbeek met de steun van de Vlaamse Overheid.

vrijdag 18 november 2011

LINEART



The Art Fair



2-6 december 2011

preview: 1 december 2011
van 17u tot 19u

FLANDERS EXPO GENT

openingsuren: dagelijks van 11u tot 19u
op vrijdag en maandag van 11u tot 22u



nieuw werk van George De Decker op de stand van
Galerie Van Campen & Rochtus


George De Decker - 2011 -   160 x 200)


 George De Decker - 2011 -   100 x 200)


(details)

 




FLANDERS EXPO GENT
gps: Adolphe Pégoudlaaan, 9051 Gent

meer info
http://www.lineart.be/

donderdag 20 oktober 2011

nRus



première 1 november
't Arsenaal Mechelen 20.15u









Wat als Wanja Trigorin uit De meeuw ontmoet,
of personages uit De kersentuin één van de Drie zusters?
Zeven acteurs sprokkelden in het volledige oeuvre van Tsjechov
en legden hun keuzes als dominostenen achter elkaar.
Dat mag geen probleem zijn in dat immense Russische landschap.
Maar waarom plaatsen zij hun stenen dan zo gevaarlijk dicht naast elkaar?
nRus die het kan zeggen.
Een voorstelling over liefde, verlies, hoop, onmacht - een verhaal
waarin het verloop bepaald wordt door toeval en zwaartekracht.

Lucas Vandervost over nRus :
"Fantastisch wanneer je merkt hoe Tsjechov zijn personages
- van welke afkomst ze ook zijn -
een mondigheid meegeeft die hen in staat stelt openhartig, 
helder en genereus te zijn. 
Waardoor we als toeschouwer niet oordelen en zelf tolerant en genereus worden.
Op die manier bereikt Tsjechov een sfeer van volledigheid.
Elk verdriet heeft zijn genot, elk plezier heeft zijn eenzaamheid en
elke schoonheid zijn pijnlijke rand.
Het is die polariteit die voor volledigheid zorgt.
In elke uitspraak zit tegelijk zijn tegendeel en dat maakt het zo poëtisch.
En die volledigheid brengt een soort geruststelling teweeg
die we vandaag als nodig ervaren.
Ik denk dat dat ook de reden is 
waarom er op dit moment in het theaterlandschap 
zoveel Tsjechov geprogrammeerd wordt.
Iedereen heeft aangevoeld dat dit nodig is.
Maar tussen al die Tsjechov-voorstellingen
zou ik met mijn acteurs heel graag een onnodige voorstelling maken die -
als je die onnodigheid ervaart - heel eventjes levensbelangrijk kan worden."





tekst:  Tsjechov
regie: Lucas Vandervost
dramaturgie: Heleen Mercelis
met
Wim Danckaert
Mieke De Groote
Tine Laureyns
Johan Van Assche
Lucas Vandervost
Michael Vergauwen
Tanya Zabarylo

kostuum: Sabina Kumeling
muziek: George De Decker


speelperiode: november 2011 - februari 2012


'tArsenaal
Hanswijkstraat 63 te 2800 Mechelen
OPGELET!
voorstellingen, De Foyer: ingang langs het Dijlepad in de Kruidtuin.


meer info
http://www.detijd.be/cgi-bin/tijd_frame.cgi?1,1
http://www.tarsenaal.be


video
http://vimeo.com/30492811



repetitiefoto's 







nRus










© Willy Wtterwulghe



Pers
De Tijd bewerkt Tsjechov tot erg mooie 'nRus' aldus De Morgen.

Dat kunnen ze toch geweldig goed bij De Tijd: een voorstelling maken die meer een 'staat van zijn' is dan een stukje theater. Meer poëzie dan plot. Meer sfeer dan drama. Dit keer doet Lucas Vandervost dat samen met zes spelers en vooral veel Tsjechov. Goed voor een pracht van een productienRus is misschien niet aan de hele wereld be...steed. Een mens moet tegen wat traagheid kunnen, houden van taal zonder veel verhaal, en bereid zijn om zelf een deel van het werkt e doen. Maar mij maken ze alvast helemaal blij met een voorstelling als deze.
Ik ben dan ook zot van Tsjechov. Russisch dokter en denker van eind negentiende, begin twintigste eeuw. Toneelauteur met wereldfaam, schrijver van een trits bejubelde verhalenbundels. Meester in 'sferigheid' en grote levensvragen. Man van slimme analyses en schrijnende portretten. Jong en tragisch aan zijn eind gekomen, ook nog.
Lucas Vandervost besliste om samen met Johan Van Assche, Mieke De Groote, Michael Vergauwen, Wim Danckaert, Tanya Zabarylo en Tine Laureyns te gaan grasduinen in zijn werk. Ongehinderd door verhaaldwang of personagevorming kozen mensen stukjes, zinnetjes, fragmenten die ze mooi vonden. En stap voor stap puzzelde Vandervost de dingen in mekaar.
Het resultaat is veel meer dan een lappendeken van tekstjes. Alsof elke acteur zijn kleur heeft - aan zichzelf ontsnapt een mens toch nooit. Elke beweging zijn noodzakelijk ritme. Elk woord zijn eigen stilte. Spelers zitten op stoelen achter het speelvlak van papier en opgehangen dikke takken, alles wit of een soort van wit. Ze komen op en af, vaak alleen, soms met twee, worden even echt een groep, en druppelen dan weer uiteen. En ondertussen klinkt er Tsjaikovski. Harmonieus, soms, licht ontregelend dan weer. De generositeit van dit alles is totaal. Deze groep brengt je in een toestand van rust en vrede waarin het zalig luisteren is. Zelf zoeken, kiezen, denken. En zo maakt iedereen in de zaal onvermijdelijk toch een beetje zijn eigen voorstelling,
"Ik zeg allemaal dingen die iedereen al weet," zegt Lucas Vandervost in het begin. Dat zou je als het motto van de voorstelling kunnen zien. Want het gaat niet over nieuwe inzichten of dure theorieën. Het is een kwestie van voelen en verbeelden, en van de woorden koesteren (de hele tijd zin om zinnetjes op te schrijven en bij te houden).
Liefde en leegte
In mijn hoofd ontstond alvast een portret van de liefde en de leegte. Van vervreemding en verlangen. Van weemoed en verwondering. Van onvermogen en veel vechten tegen de tijd. Wat is het toch lastig, dit leven. En het amoureuze spel. Waarbij de ene wel die andere wil, maar die andere de ene niet. Waarbij het vuur soms dooft en soms al te heftig oplaait. Waarbij willen niet altijd kunnen is. Waarbij het zo moeilijk blijkt om te weten en te bevatten. "Zeg eens eerlijk of u iets van uzelf begrijpt?" Allemaal mensen zijn het, verloren gelopen in de dag, of in hun hoofd of hart, zoekend naar houvast die nergens écht te vinden valt. Én ondertussen is er troost; nu en dan, en de schoonheid van de poging.
Ik werd er week van, en blij ook, allemaal tegelijk. De keuze voor deze vorm is ondertussen wel genadeloos Voor acteurs. Elke valse noot, alles wat je niet gelooft, valt onvermijdelijk op. Al bij al doen de spelers van nRus dat voortreffelijk. En wat geeft het; dat het op de première heel af en toe eventjes niet helemaal lukte? Niet genoeg in ieder geval om er een punt van te maken als je net zo'n cadeautje hebt gekregen.
 
 Knack
nRus: fragiel dommeltheater
nRus van De Tijd verzamelt geknakte Tsjechovpersonages in een melancholisch berkenlandschap.
'Kus me', prevelt de jonge ‘lady in red’ Tanya Zabarylo. Ze tuit haar gestifte lippen pront naar voren. Geen kat die reageert. 'Hou van me', smeken de ogen van de dik en oud geworden vamp (een innemende Mieke De Groote) terwijl haar man (een vinnige Johan Van Assche) haar slaperig en onverschillig aanstaart. Ondertussen zwaait Michaël Vergauwen verweesd met vlaggetjes. Hij wordt evenmin opgemerkt door de anderen.
Neen, erg veel gebeurt er niet op het podium. En toch is nRus knap teksttoneel, ‘waar dommelen mag’, aldus actrice Tine Laureyns, voor wie deze productie na omzwervingen langs Flikken, Dubbelleven en Familie een welkome terugkeer naar de planken betekent. nRus is een onvervalste De Tijd-creatie: rustig, intiem toneel met het poëtische woord in de hoofdrol. Het was dan ook de wens van artistiek leider, regisseur en acteur Lucas Vandervost om een volstrekt onnodig stuk te maken. Zonder verhaal en met veel ‘terrasgevoel’.
Samen met zes acteurs doorploegde hij Anton Tsjechovs oeuvre, waarin de personages worstelen met de stilstand in hun leven. Die stilstand turnen Vandervost en co om tot verlangen, mistroostigheid en melancholie. Zeven personages, in sobere kostuums die aan Tsjechovs tijd refereren, staren voor zich uit in een prachtig, zieltogend landschap van hangende berkenstronken. De vloer is bekleed met dik, wit papier en kraakt als verse sneeuw. Een subtiele lichtregie en fragiel klankendecor – met veel glas en belletjes – versterken de intimistische setting.
Saai wordt het zelden door de krachtige concentratie waarmee de meeste spelers de tableaus vivants vertolken. De eenzaamheid van de personages ontlokt hen subliem verwoorde gedachten. Meer dan een terrasgevoel bezorgt dit stuk de toeschouwer een ‘bankjesgevoel’. Van op een bankje in een sneeuwlandschap observeert die de passanten: gebroken zielen die hun ware liefde verloren zijn of nooit gevonden hebben, die verweesd tasten naar hoop of manisch de dood tegemoet huppelen.
Conclusie? nRus is fragiel, meanderend ‘dommeltheater’, dat de stilte en poëzie eert als antwoord op levensvragen. Soms weet het te weinig te vonken, waardoor het meer schilderij dan theater wordt.
9 november 2011
door Els Van Steenberghe


de Standaard
De Tijd serveert een grand cru
Uit het oeuvre van Tsjechov selecteerde De Tijd een voorstelling vol literair lekkers.
'De tijden zijn aan het veranderen. Er is een harde zuiverende storm in aantocht.' Met die profetische woorden eindigt nRus, een voorstelling als een proefstandje met literaire zoetigheden. De Tijd heeft het samengesteld met fragmenten uit het hele oeuvre van Anton Tsjechov.
Het is een vreemd slot, die plotse vingerwijzing naar alle Europese crisisberichtgeving die al weken de voorpagina's bezet. Het lijkt wel alsof Lucas Vandervost en de zijnen met één welgeplaatste Tsjechov-quote willen compenseren dat ze zich de vijf vorige kwartieren met louter menselijke kleinigheden hebben ingelaten.
Althans, zo alledaags en zelfs anekdotisch lijken toch hun waarnemingen, hun dialoogjes en hun vlagen van gedachten. Als banaliteiten die je deelt op zondagse familiefeesten terwijl buiten de avond valt. Maar dan honderd jaar geleden. De houtsnippenjacht, een rit in een koets over de eindeloze steppe, last van slapeloosheid, lust in hengelen: allemaal flinterdunne zinnetjes uit vooral Tsjechovs kortverhalen, waar de zeven spelers cirkeltjes rond getrokken hebben. Elk hun favoriete passages.
Ze bieden Tsjechov grand cru: het alledaagse als existentie, met de wrange bijsmaak van mistroostigheid, stille verschraling en soms een naïeve opstoot van gelukzaligheid die toch weer onbeantwoord blijft. 'Wij zijn onbevredigd, omdat we idealisten zijn.'
Maar De Tijd serveert Tsjechov vooral zoals je hem nooit eerder begreep. Zijn dissectie van het menselijke verlangen zit niet zozeer in zijn grote redes, wel in zijn onnozele dialoogjes over kantboordsel of gaan vissen. Die alledaagsheden blijken verstopte ladingen 'help mij' of 'ik hou van jou'. Als de theepot koud staat, is dat het leven zelf. Daarom is Tsjechov toneel, en geen leesliteratuur. Zijn dialogen vragen om een onderliggend verlangen in het uitspreken ervan. En deze spelers beheersen die kunst, op de zachte deunen van de componist George De Decker, bewonderenswaardig subtiel.
Natuurlijk blijft dit De Tijd: literaire fijnproeverij in een gezapige sfeer, onder mensen die, net als Tsjechovs personages, hun gevoel preciseren door een romanpersonage te noemen, en hun bestaan benoemen met een theatermetafoor. Maar je nipt mee, en het smaakt.
'De tijd passeert.' Met die woorden is nRus begonnen. En zo is het. De Tijd komt hier even voorbij, evoceert voor de tijd dat het duurt een ongrijpbare diepte, en is alweer vervlogen zodra je buitenstapt.
Theater als een zweem. En dus als het leven zelf, monkelt Tsjechov erachteraan.
de Standaard, 10 november 2011
door Wouter Hillaert
 

vrijdag 23 september 2011

George De Decker & Guido De Bruyn LORCA 1937



GEORGE DE DECKER & GUIDO DE BRUYN
LORCA 1937



6 - 9 oktober 2011

vernissage donderdag 6 oktober 2011 om 20u


CROXHAPOX
Lucas Munichstraat, 76/82
9000 Gent

open: vrijdag tot zondag 14u - 18u






1.       Madrid, augustus 2011. We trekken door het grote park in het hart van de stad, met in de ene hand een bundel gedichten van Federico García Lorca en in de andere een dictafoon. Iedereen die ons pad kruist klampen we aan. Of ze een gedicht uit de bundel willen lezen? Niemand weigert (integendeel: het enthousiasme is touchant). Passeren de revue: een jong koppeltje uit Lissabon, een oude vrouw, een schilder op een bank - die op tussenhaakjestoon zegt Lorca’s theaterteksten te verkiezen boven zijn poëzie -, drie kinderen, een meisje in hurkzit op een balustrade, een veiligheidsagent (zijn stem van fluweel in contrast met het pistool op z’n heup). Ontroerend ook is een man die doof blijkt te zijn, maar onze vraag liplezend heeft begrepen, ondanks het hoge pruikgehalte van ons Spaans. Hij excuseert zich voor zijn hoge stem, waarmee hij de grote dichter onrecht zou doen, zegt hij. Maar houdt vervolgens wel een prachtige lofrede op Lorca, die hier nog altijd leeft, al is hij intussen vijfenzeventig jaar dood.

2.       Víznar, augustus 1936. Bij het begin van de Spaanse burgeroorlog werd Federico García Lorca (links én homoseksueel, een dubbel taboe in die tijd) opgepakt door nationalistische aanhangers van generaal Franco. Enkele dagen later werd hij koudweg gefusilleerd in Víznar, vlakbij zijn geboortestreek Granada. Zijn lijk kwam in een massagraf terecht. Het werd nooit teruggevonden.

3.       Guernica, april 1937. Om de weerstand van de republikeinen te breken, laat Franco het stadje Guernica bombarderen. Pablo Picasso gebruikt zijn opdracht voor de wereldexpositie in Parijs om een striemende aanklacht op canvas te schilderen: een gigantisch doek van 3,49 m hoog en 7,76 m breed. Om met Guernica de oorlog in beeld te brengen, koos hij voor een so(m)ber palet van wit, grijs en zwart. Kleur, zei hij, zou onfatsoenlijk zijn geweest.

4.       Gent, oktober 2011. Deze tentoonstelling brengt een stille hommage aan de dichter Federico García Lorca, nu drie kwarteeuw geleden geëxecuteerd. Acht video’s leggen het verstrijken van de tijd op anonieme plekken vast, in real time, ongemonteerd. De beelden zijn zwart-wit, niet omdat kleur onfatsoenlijk zou zijn, maar omdat het thema licht is. En vooral tweedehands licht: schaduw. Elke figuratie werd weggefilterd, de locaties universeel gehouden, anekdotiek vermeden. Want LORCA 1937 wil absoluut geen politiek pamflet zijn, laat staan kunst met een boodschap. Daar bestaan andere kanalen voor (“If you have a message, send an e-mail”).








Les Misérables


Dat het lijk van Lorca nooit gevonden werd 
leest het meisje op de vensterbank in een boek
met poëzie van Lorca.
Waarop het meisje op de vensterbank
vertrekt.
Staan wil ze, met haar rug tegen de olijfboom in Granada
waartegen Lorca werd terechtgesteld  (nacht moet het zijn
en ergens in de wrede maand april, de moeders moeten rauw
en in zwart-wit geschilderd zijn, krijsend tot ver buiten
de lijst van Guernica,
met in hun armen een kind dat stervende is,
geen dood kind, een stervend kind, kinderen blijven sterven
in de armen van hun moeder,
en de lamp die boven dit alles schijnen zal
zal zijn het knipmes van god,
de lamp die boven dit alles schijnen zal
zal zijn het met onverschilligheid en drek dichtgeplamuurde
oog van de demon-zonder-naam, en al wat briesen kan
zal briesen tevergeefs: de stieren en de mannen en de paarden,
en uit de darmen van de stieren en de mannen en de paarden
zal stijgen stank,
uit de darmen van de stieren en de mannen en de paarden
zal stijgen voos en dik en dwachelend
aroom van gruwel,
voos aroom,
dik aroom,
dwachelend aroom van gruwel even licht
als het soortelijk gewicht van ons geheugen) 
en eenmaal tegen de olijfboom in Granada
zal het meisje op de vensterbank nooit meer zijn
het meisje op de vensterbank dat lezen zal
een boek met poëzie van Lorca.


Staan wil ze,
als de moeder van de jonge Lorca in de keuken
thuis, met in een kring rond haar verzameld
alle boerenknechten en de huisbedienden
ongeletterd.


Lezen zal ze, elke avond
uit een boek dat Les Misérables heet,
en in de keuken zullen staan verbluft en ongeletterd
alle boerenknechten en de huisbedienden en
ze zullen zachtjes wenen. 


Guido De Bruyn
 


 

 

 




 

http://croxhapox.org/c/




VIDEO  LORCA 1937
 
http://www.youtube.com/watch?v=itnxVBlpBtQ




persinfo
‘LORCA 1937’ is een samenwerking tussen  George De Decker en Guido De Bruyn.
‘Bijna twee jaar geleden zijn we met dit project gestart’, vertelt George De Decker. 
‘We zijn naar Madrid getrokken, stad waar Lorca lang gewoond heeft en waar zijn genie nog steeds gevierd wordt. Zo deden we bijvoorbeeld klankopnames in het Parque El Retiro, waarbij we toevallige passanten een gedicht van Lorca lieten lezen. Iedereen leende enthousiast zijn stem, zelfs een veiligheidsagent – met z’n pistool op z’n heup.
Guido draaide in het museum Reina Sofia (een oud hospitaal) een zwart-wit 8mm-film van een grote reproductie van de Guernica, het meesterwerk van Picasso, want bij het origineel kregen we uiteraard geen toestemming om te filmen’. 
Deze 8mm-film sluit aan bij de 8 video’s van George De Decker die in de tentoonstelling wandgroot worden geprojecteerd. Het gaat om zwart-wit schaduwregistraties, die met opzet ongemonteerd bleven. 
Eigenlijk zijn het studies van het licht, in real time. De grijstinten verwijzen naar de Guernica van Picasso.

Lorca werd in 1936 gefusilleerd in het begin van de Spaanse Burgeroorlog, op last van generaal Franco. 
Picasso schilderde Guernica in 1937 naar aanleiding van het bombardement op de stad Guernica, d
oor dezelfde fascisten. Om de oorlog in beeld te brengen gebruikte Picasso een grafisch zwart-wit palet, want kleur, zei hij, zou onfatsoenlijk zijn geweest… 
De 9 video’s in Croxhapox kregen een klankband van George De Decker zelf, gebaseerd op een hommagegedicht van Guido De Bruyn aan Lorca.

George De Decker 
is zowel beeldend kunstenaar als componist. Hij componeerde tunes voor onder andere Thuis, Panorama en Recht op Recht. Voor deze laatste serie componeerde hij elke noot, van de begintune tot de laatste muzikale ademstoot van een of andere acteur of actrice. Daarnaast componeert hij ook voor theater en dans. De laatste jaren is hij meer en meer actief als beeldend kunstenaar. Zijn ‘Trompe Cousue’, de loden olifant’ voor de olifantenparade in 2008, werd toen het duurst geveild voor het goede doel, voor maar liefst 32.000 euro.

Guido De Bruyn 
werkt als regisseur bij Canvas. Hij maakte o.m. elf kunstenaarsportretten voor de reeks Goudvis, waarvan hij ook de eindredactie op zich nam. Voorts schrijft hij verhalen, toneelteksten en gedichten. In 2004 werd hij laureaat van de verhalenwedstrijd van De Brakke Hond. In 2004 en 2005 won hij telkens de KLARA-poëzieprijs. Voor Het huis Augustus (2008) werd hij genomineerd voor de Herman de Coninckprijs. Hij vertaalde sonnetten van Shakespeare en toneelwerk van Wedekind en Botho Strauss. Op 1 oktober verschijnt zijn vierde poëziebundel: Apenverdriet  (Uitgeverij P).





Met dank aan:

Anne Marie Honggokoesoemo
Bob Van Gestel
Croxhapox
David
Els Van Laethem
Ensor Strijkkwartet
Federico
Gloria
Guido Dammekes 
Herlinde Ghekiere
Irène
Jean-Paul
Johan De Handschutter
Laura
Lode Vercampt
Lucas Vandervost
Luis
Marc Coene
Obdulio
Patricia
Pieterjan Vranckx
Raf De Keninck
Savarino Oostende
Silvia
Slavek Kwi
Thomas Frühauf
Ward Weis